Tips voor trainers: omgaan met pubers

Tips voor trainers: omgaan met pubers
Of je nou zelf kinderen hebt of werkt met kinderen in deze leeftijd, iedereen is het er wel over eens: pubers zijn niet de gemakkelijkste groep. Als trainer van een groep pubers is het erg begrijpelijk dat je tegen bepaalde zaken aanloopt. Om je op weg te helpen in het trainen of coachen van puberende sporters, hebben we een aantal belangrijke punten op een rijtje gezet.

Hoe zitten pubers in hun vel?

Om te beginnen, is het goed om te weten hoe pubers in hun vel zitten. Natuurlijk is het zo, dat geen enkele puber gelijk is, maar er zijn wel een aantal overeenkomsten die handig zijn om te weten als je met ze werkt. Typerend voor pubers is bijvoorbeeld dat ze over het algemeen erg sfeergevoelig zijn, maar daarnaast kunnen de reacties op veranderingen hierin erg heftig zijn. De hormonen gieren door het lichaam van de puber, een lichaam dat vaak ook nog erg aan het veranderen is. Al met al: geen gemakkelijke tijd! Elke ouder of trainer heeft vast wel eens meegemaakt dat een ogenschijnlijk klein probleempje een puber tot ontploffing heeft gebracht. Voor jou als trainer is dit niet meteen op te lossen, maar goed om te weten. Het beste wat je kunt doen om te voorkomen dat ze ontploffen, is luisteren naar wat de puber te zeggen heeft en dit serieus nemen. Het geeft de puber rust om te weten dat de trainer er voor ze is als ze dat nodig hebben.

Een puber wil bij de groep horen

Groepsgenoten

Het groepsproces is voor pubers ook erg belangrijk. Het is vaak nog belangrijker wat de groepsgenoten van ze vinden, dan wat de trainer of de ouders van hem/haar vinden. De puber wil bij de groep horen. Door dit goed in je achterhoofd te houden, wordt het gemakkelijker om bepaalde soms “vreemde” reacties wat beter te begrijpen.

Onzekerheid

Veel van het gedrag van de puber, komt voort uit onzekerheid. Onzekerheid over het eigen lichaam, onzekerheid over het eigen kunnen, onzekerheid over hun plaats in de wereld en onzekerheid over hun plaats in de groep en de meningen van anderen. De constante zoektocht naar het antwoord op de vraag “Wie ben ik?” levert soms harde confrontaties op met ouders, andere pubers, maar soms ook met jou als trainer. Gebruik zaken uit het verleden niet tegen de puber, maar laat merken dat je hun problemen serieus neemt en dat je er voor ze bent. Help het probleem oplossen, maar laat de oplossing zoveel mogelijk uit de puber zelf komen. Door de puber zelf na te laten denken kweek je zelfstandigheid en geef je ze zelf de verantwoordelijkheid over hun eigen leven. Daarmee help je de puber meer dan de goede oplossing direct voor ze in te vullen. 

Veel van het gedrag komt voort uit onzekerheid

Heldere instructies nodig

Tot slot, is het geven van een heldere instructie essentieel in het werken met pubers. Anders gaan ze sneller tegen je in of raak je ze kwijt. Let er in je instructie daarom goed op dat de volgende dingen terugkomen: Wat gaan we doen?, Wat is het doel/wat leer ik er van?, Hoe moet de oefening precies uitgevoerd worden en hoe lang, waar en met wie? Vraag aan het einde van je instructie nog even of iedereen het begrepen heeft en laat een korte pauze vallen na de vraag zodat ze ook de tijd krijgen om te kunnen antwoorden.

Gezag

Goed, nu we in het kort een paar kenmerken van de pubers hebben benoemd, is het tijd om met ze aan de slag te gaan. Maar hoe dan? Daar sta je dan, alleen, op een veld, tegenover 15 stuiterende, drukke pubers die met van alles en nog wat bezig zijn, behalve met luisteren naar jou. Met andere woorden: hoe krijg en behoud je gezag.

Gezag is een woord die je niet tegen pubers moet gebruiken. Het zit in de natuur van de puber om zich tegen alles wat gezag over ze heeft, af te zetten. Maar hoe krijg jij het als trainer dan wel voor elkaar? Er zijn twee uiterste manieren van voor een groep staan. Als strenge generaal of als allemansvriend. Maar allebei de manieren werken niet. Pubers kunnen strakke regels wel even aan, maar dit gaat al snel ten koste van sportplezier. Ze gaan zich tegen je afzetten. Trainers die iedereen tevreden proberen te houden verliezen snel respect. Je zal snel worden uitgetest waarna ze volledig over je heen lopen. Ga tussen beide vormen in zitten. Bedenk wat je wilt met de groep en stuur je gedrag zo, dat dit aansluit bij het doel wat je jezelf gesteld hebt. Het belangrijkste hierbij: Blijf jezelf!

Gebruik nooit het woord gezag tegen pubers

Om gezag te krijgen kan je de volgende drie woorden onthouden: “Uitspreken, Afspreken, Aanspreken”. Spreek uit wat je wilt, spreek af met de groep hoe dat moet maar ook in welke sfeer en spreek de groep aan op het moment dat het niet lukt.

Laatste tips

Om vervolgens dit gezag over je groep te houden kan je de volgende tips gebruiken:
1. Zorg dat je betrouwbaar bent. Ze moeten op je kunnen bouwen!
2. Zorg voor aandacht van de groep zonder te hoeven schreeuwen. Maak hier afspraken over.
3. Maak duidelijk dat spelplezier belangrijker is dan winnen. Is de sport leuk, dan komen de prestaties vanzelf wel.
4. Stel vragen! Betrek de sporter bij het eigen leerproces, zowel in de training als in de wedstrijd. Vraag hoe iets ging, laat ze uitpraten en haak hier vervolgens op aan als je zelf nog aanvullingen hebt.

4 Inzichten

Nu we een beetje weten hoe de puber in elkaar zit en hoe je gezag over de groep krijgt, kom je al een heel eind met je pubers. Maar hoe haal je nou alles uit zo’n puber? Pubers komen naar training voor hun plezier. Prestaties zijn zeker niet onbelangrijk, maar plezier staat voorop. Een puber die geen plezier meer heeft, zal snel afhaken. Maar hoe zorg je er nou voor dat ze plezier hebben en toch veel leren? Hier zijn 4 inzichten voor. Als je deze 4 inzichten volgt, zal je merken dat het training geven gemakkelijker, soepeler en leuker wordt, terwijl de sporters tegelijkertijd ook nog erg veel van je leren.