Een voorbeeldrol oppakken

Nevobo

Een voorbeeldrol oppakken

Foto: VV Wij Houden Vol

Over het antwoord op de vraag waarom volleybalvereniging Wij Houden Vol (WHV) uit Asperen zoveel heeft met de campagne ‘Samen naar een veiliger sportklimaat’, hoeft voorzitter Olaf van Arkel niet lang na te denken: “De laatste jaren realiseren we ons steeds meer dat de volleybalsport een hele positieve bijdrage aan het sportklimaat in Nederland kan leveren."

"NOC*NSF heeft grote uitdagingen om meer positiviteit in de sport te brengen en juist volleybal loopt daarin voorop. Wij hebben als club gelukkig ook geen directe aanleiding om perse aan een veiliger sportklimaat binnen de club te werken. We willen vooral onze voorbeeldrol oppakken, omdat we als sport positief verschil willen maken.”

WHV goes VSK

Toch heeft WHV wel VSK-activiteiten georganiseerd. In 2012 startte de club met een vertrouwenscontactpersoon en werd een risico-inventarisatie uitgevoerd. “Dit was voor ons een eerste stap, het maakte ons er bewust van wat er goed en minder goed gaat en waar we risico’s lopen. Vanaf toen letten we scherper op wat er speelt binnen de club.”

In 2013 bezocht een aantal trainers en bestuursleden van de Asperense club de theatervoorstelling ‘Wel winnen hè’. “Dat was toch wel een inspiratiebron om een nog veiliger sportklimaat te stimuleren. In de voorstelling werd het onsportieve gedrag uitvergroot, maar wij herkenden de situaties en wisten dat ook wij verbeteringen konden realiseren. Er worden ook bij ons bijvoorbeeld wel eens stevige woorden gebruikt richting een scheidsrechter.” Met de technische commissie en bijna alle bestuursleden werd vervolgens de training Sportief coachen gevolgd die leidde tot meer beleid op dat gebied. Ook startte de club met drie sportiviteitcoaches die feedback aan trainers en coaches geven.

Tijdens één van de trainingsdagen bedachten bestuurders en trainers dat de line-up ook op lagere niveaus een verrijking zou zijn en pakte dat direct aan. “Toevallig konden we het meteen inbrengen bij de protocolwijzigingen en nu is het al bijna niet meer weg te denken”, zegt Van Arkel. Ook stak de club extra energie in meer begeleiding van startende scheidsrechters, die begonnen met de VSK-workshop ‘Weerbaarheid’.

"Ook wij wisselen stevige woorden met de scheids"

Ook in Asperen liep men dus regelmatig tegen zaken aan waar men minder gelukkig mee was. “Maar als we nu elementen van onsportiviteit signaleren, maken we die veel sneller bespreekbaar. We zijn bereid er energie in te stoppen, om er met elkaar van te leren.” De club bracht ook meerdere casussen in bij de Nevobo. “Met onze ervaringen kunnen ook andere verenigingen hun voordeel doen”, motiveert de voorzitter die stap.

Mag er nu helemaal niks meer?

Omdat WHV binnen de club aandacht geeft aan VSK, meedoet aan de metingen en het onderwerp tijdens de algemene ledenvergadering op de agenda stond, vroeg men zich af of er niet een “VSK-overdosis” ontstond. Van Arkel: “Ik kreeg de vraag of er dan helemaal niks meer gezegd mocht worden. Dat is juist het kernpunt. We moeten de emotie die bij sport hoort juist kunnen uiten, maar deze meer in goede banen leiden. Door een passend klimaat en structuur te creëren, kunnen scheidsrechter en teams juist beter omgaan met hun emoties. We doen het goed als we juist de grenzen iedere keer weer opzoeken en maximale sportintensiteit kunnen bereiken. Ongeacht wat er voorgevallen is, je moet het met alle betrokken partijen positief afsluiten. Daar kun je met elkaar echt heel veel aan doen!” besluit Van Arkel zijn verhaal.