Gedragscode paardensport
De FEI heeft enkele jaren geleden een gedragscode voor dressuurjuryleden ontwikkeld. Het doel daarvan is om een zo objectief mogelijke beoordeling te waarborgen en in een jurysport is het belangrijk om daar richtlijnen voor af te spreken.

De KNHS heeft deze gedragscode overgenomen. De code is ook van toepassing op de disciplines mennen, voltiges en aanvullend voor de aangespannen sport.

Wanneer een jurylid gevraagd wordt te jureren zal hij / zij moeten afwegen of er sprake is van conflicterende belangen. Is dat het geval, dan informeert het jurylid direct de wedstrijdorganisatie zodat er een andere indeling gemaakt kan worden of een ander jurylid ingezet kan worden voor de rubriek. Is dat niet mogelijk, dan zal in overleg met de betreffende deelnemer afgesproken worden dat deze hors concours (HC) start. Overigens hanteert de KNHS de regel dat je tijdens een kampioenschap óf deelneemt óf jureert.

Er is sprake van belangenverstrengeling als:

  • een jurylid trainer is van een deelnemend paard en/of instructeur is van een deelnemende 
ruiter/amazone (of andersom); 

  • een jurylid meer dan 3x per jaar een paard traint en/of instructie geeft aan een 
ruiter/amazone; 

  • in een periode van 3 maanden voorafgaand aan een kampioenschap uitgeschreven door de 
KNHS, training/instructie is tussen het jurylid die het kampioenschap jureert en een 
deelnemer of deelnemend paard; 

  • een jurylid eigenaar of mede-eigenaar is van een deelnemend paard; 

  • een jurylid bloedverwant of aanverwant in de rechte lijn is, of een echtgenoot/levenspartner 
is van een deelnemer, dan wel een andere relatie heeft met een deelnemer waarbij 
objectiviteit niet gewaarborgd is; 

  • een jurylid financieel afhankelijk is van een deelnemer of financieel belang heeft bij de
prestaties van een deelnemend paard of combinatie.