4 inzichten voor de allerjongste jeugd

Els Dubbelboer

Na een stille zomer staat er weer een nieuwe groep jonge kinderen te trappelen van enthousiasme omdat ze mogen beginnen op de sportvereniging. Als puppy´s net uit het nest, komen zij hand in hand met een ouder binnengewandeld. Voor vele sportverenigingen een herkenbaar beeld: het sportseizoen is weer begonnen.

De uitdaging van de vereniging

In de voorbereiding op het nieuwe seizoen stond de vereniging voor een uitdaging: het vinden van trainers en begeleiders voor de groepen van de allerjongste jeugd (vijf t/m zeven jaar). Vaak een lastige klus, maar dan ben je er nog niet. De trainers of begeleiders van deze groepen vol stuiterballen zijn vaak enthousiaste ouders en jeugdige trainers, in veel gevallen zonder enige ervaring als trainer. Hoe kun je deze trainers de hulp bieden die ze nodig hebben?

Uit het Trainer-Kind-Interactie onderzoek (2014) blijkt dat de manier waarop trainers met kinderen omgaan, de meest bepalende factor is voor de sportbeleving van het kind. Goede begeleiding bij het sporten kan een enorme bijdrage leveren aan het plezier en aan de gewenste sociale en persoonlijke ontwikkeling van kinderen. De rol van de trainer, coach of begeleider van de allerkleinsten kan dus nauwelijks onderschat worden.

Aan het begin van het seizoen is de club blij als het weer gelukt is om voor alle groepen een trainer of begeleider te vinden. De vereniging wil handreikingen bieden om hen op pad te helpen, maar wil hen tegelijkertijd niet overdonderen met schema´s, tips en zware verantwoordelijkheden. Echter, hun rol blijft erg belangrijk en enige steun kunnen ze goed gebruiken.

“Je wilt de nieuwe trainers en begeleiders handreikingen bieden, maar je wilt ze niet overdonderen”

Om verenigingen met dit vraagstuk te helpen, zijn er vanuit het project ‘Naar een Veiliger Sportklimaat’ in 2014 de 4 inzichten over trainerschap ontwikkeld. Voortbordurend op dat succes zijn er nu ook de vier inzichten over trainerschap voor de allerjongste jeugd. Want hoe doen jouw trainers en begeleiders van de allerjongste jeugd het eigenlijk? En met welke vragen lopen ze rond?

Waarom specifieke aandacht voor de allerjongste jeugd?

Jonge kinderen die met hun leeftijdsgenootjes sporten, krijgen de kans om te leren hoe de wereld in elkaar steekt. Naast het gezin en school, worden ze ook door de sportvereniging gevormd tot wie te zijn. De fysieke en motorische ontwikkeling van deze kleintjes bevordert wanneer zij sporten. Maar, kinderen kunnen door te sporten met vriendjes en vriendinnetjes ook vaardigheden leren die ze hun leven lang kunnen gebruiken. Het gaat hierbij om vaardigheden waardoor deze kleintjes zichzelf op sociaal en persoonlijk vlak kunnen ontwikkelen tot een veerkrachtig kind met een positief zelfbeeld.

Een belangrijke ontwikkeling bij deze jonge kinderen is dat zij in verloop van tijd bewust van zichzelf worden. Zij ontwikkelen in deze periode het besef dat ze zelfstandige personen zijn. Ze beginnen beslissingen te nemen en vorm te geven aan het soort personen die ze uiteindelijk zullen worden. Door dit bewustzijn krijgen ze inzicht in hun eigen kwaliteiten, karakter, kenmerken en twijfels. Naast het feit dat deze jonge kinderen bewust worden van zichzelf, worden zij zich in deze periode ook bewust van de ander.

Het inzicht in zichzelf en in de ander is nieuw, en dat is best spannend voor deze kinderen. Door dit inzicht beginnen ze zichzelf te vergelijken met de ander. Ze ontdekken dat de een sneller is en dat de ander juist slimmer is dan zichzelf. Hierdoor ligt het ontwikkelen van onzekerheid of faalangst op de loer. Sporten bij een sportvereniging kan namelijk een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een kind, maar dit is niet vanzelfsprekend. Sporten kan ook een negatieve bijdrage leveren aan deze ontwikkeling. Jonge kinderen kunnen bijvoorbeeld, wanneer zij niet de juiste begeleiding en aandacht krijgen, een negatief zelfbeeld creëren of ongewenst gedrag vertonen. En daarom is zeker bij de allerjongsten goede begeleiding noodzakelijk.

‘’Jonge kinderen leren door te sporten hoe de wereld in elkaar steekt ‘’

Voor het kind staat sportplezier voorop

Op deze leeftijd gaat het écht alleen maar over een ding: sportplezier. Plezier is niet voor niets de belangrijkste reden voor kinderen om te gaan sporten. Plezier zorgt ervoor dat deze kleintjes het leuk vinden om te gaan sporten en dat ze langer blijven sporten. Plezier is een voorwaarde voor de gewenste ontwikkeling, op sportief maar ook op sociaal en persoonlijk vlak. Het is dus de taak voor de trainer of begeleider om er voor te zorgen dat alle sportertjes in de groep plezier ervaren, waardoor zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Wat is dan de rol van de trainer?

Een trainer of begeleider kan dus een grote positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een jong sportertje. Hij of zij is het eerste aanspreekpunt voor het jonge kind. De kleintjes zijn onder de indruk van de trainer en van wat de trainer allemaal kan. De voorbeeldrol van deze trainers en begeleiders is cruciaal in het aanleren van het gewenste gedrag. Sociaal gedrag wordt immers grotendeels aangeleerd door het gedrag van voorbeeldfiguren te observeren en te kopiëren. Jonge kinderen kijken tegen hun trainer op en zullen het gedrag dat zij zien als norm beschouwen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat wanneer de trainer de scheidsrechter met respect behandeld, deze kleintjes dit als vanzelfsprekend ook zullen doen.

Zo is er een groot scala aan vaardigheden die deze jonge, sportende kinderen kunnen leren van hun trainer of begeleider. Denk hierbij aan het nakomen van afspraken, omgaan met tegenslag, het accepteren van leiding, het krijgen van verantwoordelijkheid en het leren van verschillende normen en waarden.

4 inzichten over trainerschap voor de aller jongste jeugd

In september 2016 wordt het vervolg op de vier inzichten uit 2014 gelanceerd: de vier inzichten over trainerschap voor de allerjongste jeugd. Deze inzichten worden tot leven gewekt in een animatie filmpje en in een mobiele website. De vier inzichten over trainerschap zijn: structureren, stimuleren, individuele aandacht en regie overdragen. Per inzicht zijn er drie tips gegeven die de beginnende trainer kan toepassen om een sociaal veilig, plezierig en ontwikkelingsgericht sportklimaat te creëren. Met als resultaat dat kinderen vol plezier met hun vriendjes en vriendinnetjes kunnen sporten en zich op die manier optimaal kunnen ontwikkelen.

  1. Structureren

Als een trainer afspraken maakt, wordt er ruimte gecreëerd. Voor een kind is het mogelijk om op een veilige manier hard te fietsen, omdat het fietsje remmen heeft. Hetzelfde geldt op het sportveld: jonge kinderen kunnen vrijuit bewegen door de gezette afbakening, regels dus. Om deze afbakening te creëren, ofwel te structureren, kan een trainer afspraken maken met de kinderen én met hun ouders. Daarnaast kan de trainer vaste patronen aanhouden in de training en oefeningen en per training één doel kiezen waar naar toe wordt gewerkt.

  1. Stimuleren

Zoals eerder in dit artikel is genoemd, is deze periode belangrijk voor de vorming van kinderen. Het allermooiste is natuurlijk om hen een stevige basis vol met zelfvertrouwen mee te geven. Wanneer de trainer de kinderen complimenteert, hen positieve feedback geeft en hen beloont wanneer ze hun best hebben gedaan, kan de trainer het zelfvertrouwen van deze jonge kinderen bevorderen.

  1. Individuele aandacht

Individuele aandacht schiet er al snel bij in, omdat de trainer met een grote groep kinderen bezig is. De trainer kan hier voor waken voor alle kinderen het gevoel te geven dat ze zijn gezien, hun individuele verschillen te erkennen en te waarderen en door goed naar de kinderen te luisteren.

  1. Regie overdragen

Wie met jonge kinderen te maken heeft gehad, kent het vast wel: ‘zelluf doen’. Deze jonge kinderen hebben behoefte aan zelfstandigheid. De trainer kan wat van zijn regie overdragen door vragen te stellen aan de kinderen, hen kleine verantwoordelijkheden te geven en hen de ruimte te geven om zelf te ontdekken. Dit heeft als resultaat dat deze jonge sportertjes hun eigen regie vol trots op zich nemen en hierdoor zich kunnen ontwikkelen.

Dus.. waardeer, koester en respecteer uw nieuwe trainers, coaches en begeleiders

Aan het begin van het seizoen heeft de vereniging vaak veel nieuwe beginnende trainers en begeleiders, hoe ga je daar mee om? Waardeer ze, koester ze en respecteer ze. Deze trainers en begeleiders zijn (of worden) vaak het nieuwe middelpunt van de vereniging, zij stralen de verenigingscultuur uit. Sterker nog, zij zijn de verenigingscultuur. Wanneer de mensen uit de jeugdcommissie haar trainers kent, hebben de trainers een aanspreekpunt voor eventuele vragen. Door de beginnende trainers en begeleiders de handreikingen te bieden die ze nodig hebben, kunnen zij hun eerste stappen voorwaarts zetten. Zo creëer je verbondenheid, waardoor de vereniging ervoor zorgt dat de trainers zich gewaardeerd en gesteund voelen en blij blijven met hun trainerschap. Zulke trainers zorgen voor blije kinderen die goed in hun vel zitten, en dat is toch waar het om draait?