Inzicht 3: Individueel aandacht geven

Daar sta je dan, op een vrije woensdagmiddag of zaterdagochtend, met een groep jonge kinderen die jij hebt beloofd dit seizoen te gaan begeleiden. De kinderen rennen alle kanten op en zijn dolblij dat ze weer op het sportveld mogen staan. Vol enthousiasme begin je, maar stiekem is het nog best lastig zo’n groep drukke koters training te geven of te coachen.

Neem het van ons aan, iedereen is zo begonnen! En iedereen denkt stiekem wel eens “HELP, waar ben ik aan begonnen?!” Maar je krijgt er ook zo veel voor terug.

Om jou, de beginnende trainer, coach of begeleider, een handje te helpen zijn de vier inzichten voor trainers en coaches van de jongste jeugd ontwikkeld. Dit is een handzame tool waarin je tips en trucs ontvangt die je dit seizoen op weg helpen een goede trainer, coach of begeleider te worden. De vier inzichten zijn niet sporttechnisch of –tactisch. Nee, ze helpen ze op weg bij de pedagogische aspecten van het trainerschap. De vier inzichten zijn structureren, stimuleren, individueel aandacht geven en regie overdragen.

 Dit artikel geeft je meer inzicht in het derde inzicht: individueel aandacht geven.

Ieder kind verdient aandacht

Elk kind verdient even veel aandacht van een trainer, coach of begeleider. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan als je een groep stuiterende kinderen moet begeleiden. De getalenteerde kinderen, enthousiaste kinderen of de kinderen die nog wel eens kunnen klieren eisen vaak veel aandacht op. Er zijn meer kinderen dan die paar.

Wil je dat de jonge kinderen plezier ervaren en wil je gezelligheid op een training? Dan helpt het wanneer je nadrukkelijk individuele aandacht geeft aan iedereen. Door individuele aandacht te tonen creëer je een gevoel van verbondenheid tussen jou en de jonge kinderen. Door deze verbondenheid zullen ze sneller en beter luisteren, waardoor jullie makkelijker met elkaar kunnen samenwerken.

Als trainer toon je aandacht voor ieder individu door er voor te zorgen dat ieder kind gezien wordt, door in te spelen in individuele verschillen, door je aan te passen aan het kind en zo veel mogelijk naar het kind te luisteren.

Elk kind is zichzelf

Ieder kind is anders en wil graag als individu worden gezien. Wanneer het jonge kind het gevoel heeft dat hij gezien wordt, zal hij groeien. Een aantal tips:

  • Door ieder kind, iedere training persoonlijk te groeten door bijvoorbeeld een high-five te doen of een handje te geven, krijgt het kind het gevoel dat hij gezien wordt. Je kunt hier ook een afspraak over maken: ‘iedereen groet iedereen, iedere training’.
  • Ken alle namen en noem de kinderen ook bij naam. Zo voelen de kinderen zich als individu aangesproken.
  • Praat op ooghoogte met de kinderen. Zo ervaren ze dat ze gezien en gehoord worden. Dit voelt voor hen veilig en vertrouwd.

Veiligheid is een voorwaarde voor de groei en ontwikkeling. Vergeet niet om ieder kind evenveel aandacht te geven, omdat ieder kind deze behoefte heeft. Naast dat je ieder kind ziet, helpt het ook om de ouders van de kinderen te zien. Wanneer je door het jaar heen een praatje maakt met de ouders/verzorgers van de jonge kinderen zul je ook bij hen een gevoel van verbondenheid creëren.

Erken en waardeer verschillen

Erken en waardeer de individuele verschillen. Het is als trainer belangrijk om in te spelen op de individuele verschillen, omdat ieder kind op een andere manier en op een ander niveau leert. Het helpt om ieder kind op zijn eigen niveau te stimuleren door tips en uitdagingen op maat aan te bieden.

Het mooiste is wanneer het jou, als trainer, lukt dat ieder kind, iedere training, op ieder niveau, plezier en succes ervaart. Het gaat hier vooral om dat het kind zelf ervaart dat hij vooruitgang boekt en dat het kind hier zelf ook trots op is.

Succesbeleving van het jonge kind draagt bij aan het plezier dat hij ervaart tijdens het sporten. Zorg ervoor dat de succesbeleving niet alleen bestaat uit het scoren, maar bijvoorbeeld ook uit iets nieuws kunnen, goed samenwerken of het doorzetten en niet opgeven.

Als trainer is het mooi wanneer je al die verschillende karaktertjes, persoonlijkheden en vaardigheden juist leert waarderen. Sport bestaat immers door de verschillen. Probeer daarom uit te stralen dat je blij bent met iedereen.

Pas je aan het kind aan

Pas je aan, aan het kind. Jonge kinderen begrijpen ruimtelijke aanwijzingen nog niet, zoals: ‘loop in de diepte’, ‘kom op, mannetje dekken!’ of ‘achter de service lijn!’. Door als trainer in duidelijke en ‘begrijpelijke’ taal te praten, begrijpen de jonge kinderen jou. Doordat ze je begrijpen, zal de samenwerking versterken. Controleer ook of ze het begrijpen.

Luister naar het kind

Probeer daarnaast, als trainer, zo goed mogelijk naar het kind te luisteren. Luister naar wat ze je willen vertellen, en probeer ook tussen de regels door te luisteren: wat wil hij nou eigenlijk zeggen? Een jong kind kan bijvoorbeeld aangeven dat hij buikpijn heeft of ineens vele vragen stellen. Wanneer je hier op doorvraagt: ‘vind je het misschien een beetje spannend?’ kan blijken dat hij de oefening erg spannend vindt en hij graag een beetje hulp krijgt.

Door te zoeken naar de werkelijke behoefte, wens of emotie van het kind, en hier op in te spelen, vergemakkelijk je het om alle kinderen individuele aandacht te geven.

4 tips om alle kinderen individuele aandacht te geven:

  • Zorg ervoor dat ze gezien worden
    • Groet ieder kind, iedere training persoonlijk
    • Noem de kinderen altijd bij naam
    • Neem ooghoogte aan wanneer je praat
    • Besteed extra aandacht aan de veiligheid van de jonge sporters
  • Erken en waardeer individuele verschillen
    • Het mooiste is als lukt dat ieder kind, iedere training, op welk niveau dan ook, plezier en succes ervaart
    • Wees blij met de verschillen die er zijn, wees blij met ieder kind.
  • Pas je aan, aan het kind
    • Praat in begrijpelijke taal
  • Luister naar het kind