Hard werken is een talent
Sidney de Jong speelde vanaf 2001 in het Nederlandse Honkbal team. Na zijn carrière als professioneel honkballer is hij aan de slag gegaan als coach. Sidney wil kinderen vooral meegeven dat genieten het belangrijkste is in hun sport. Hij is zelf heel fanatiek, maar wil kinderen vooral voeden met positiviteit en energie. We spraken hem over zijn rol als coach tijdens het NK Little League.

Was het een natuurlijke beslissing om coach te worden?

 “Voor mij wel. Niet iedereen heeft de ambitie om te coachen. Ik had een positie in het veld waarbij ik jongens ook wilde coachen. Ik probeerde al mee te denken. Voor mij was het een logische stap.”

Begon dat bij L&D Amsterdam?

 “Ja, klopt. Daar heb ik één jaar gecoacht. Toen kreeg ik een aanbieding om het Nederlandse team te coachen en dat heb ik toen gedaan. Het idee was om langer bij L&D te coachen, maar die aanbieding was, naar mijn idee, een stap omhoog. Ik vond de uitdaging om één op één met jongens te werken ook wel leuk.” 

Wat wil je als coach doorgeven?

 “Op elk niveau coach je op een andere manier. Bij het A-team ben ik hier en daar serieuzer. Ik probeer wel energie over te brengen, maar je doet het op een andere manier. Daar wil ik kleine dingen aanpassen en bij kinderen wil ik niet te veel op de techniek letten. Ik wil dat ze vrij zijn en dat ze al hun energie erin kwijt kunnen. Het is net even anders, maar ik wil altijd graag energie zien en overbrengen. Of je nu prof bent of niet. Je moet plezier maken in wat je doet. Als je gaat werken hoop ik ook dat je een baan hebt waar je veel plezier in hebt in plaats van dat je geen zin hebt. Dat is hetzelfde met sport. Zeker met topsport. Dat wordt deels je werk. Je moet het dan echt leuk vinden.”

Hoe houd jij jouw jongens op een positieve manier gemotiveerd?

 “Ik ben nu assistent coach, dus ik ben niet degene die de eindbeslissingen maakt. Ik denk dat je elk persoon anders moet benaderen. Iedereen heeft een andere motivatie. Tegen de één ben ik wat strenger en tegen de ander wat liever.”

"Ik wil graag energie zien en overbrengen"

Schiet je als coach wel eens uit je slof?

“Ja, ik wel. Ik ben extravert. Mijn hart ligt op mijn tong. Als ik jou niet mag dan hoor je het van me. Ik zal niet snel uit mijn slof schieten als iemand een fout maakt, maar wel hard zijn best doet. Ik kan er alleen niet tegen als iemand zijn best niet doet waardoor er gekke dingen gebeuren. Dan kan ik wel eens uit mijn slof schieten.”

Hoe uit zich dat?

 “Dat uit zich meestal in dat ik streng word. Of dat ik iemand op het matje roep. Het gebeurt wel eens één op één, maar het kan ook in een groep gebeuren.”

Doe je dat dan bewust waar de hele groep bij is?

 “Sommige dingen wel. Dat is doordat we een teamsport spelen. Je spreekt niet één iemand aan. Je spreekt meestal het hele team aan. In een ideale situatie corrigeren teamspelers elkaar vanzelf.”

Ze leren gezamenlijk.

 “Ja, dat is het mooie van teamsport. Je trekt elkaar op. Je verliest samen, je wint samen. De energie moet ervan af spatten.”

Hoe zie jij jezelf als coach en hoe zou je gezien willen worden?

 “Dat klinkt stom. De buitenwereld interesseert me niet. Ik hoop dat de spelers die ik coach mij als eerlijk zien. Dat is wat ik probeer uit te dragen. Dat ze zien dat ik me aan mijn woord houd. Dat is wat ik echt het allerbelangrijkste vind.”

Ik hoop dat de spelers die ik coach mij als eerlijk zien

Wat zou je als coach – en als oud topsporter – willen zeggen tegen alle jonge honk- en softballers?

 “Onthoud deze periode heel goed. De periode waarin je heel veel plezier hebt. Als je ouder wordt ligt er meer druk op het spel. Elke keer trainen. Het is heel mooi dat er andere kinderen tegen je op kijken. Dat je een voorbeeldfunctie hebt voor heel veel kids die ook graag naar dat niveau willen. Dat is heel belangrijk. Blijf hard trainen. Als je niet hard traint word je ook nooit heel goed. Hard werken is een talent.”