Goede begeleiding is essentieel voor een talent

Goede begeleiding is essentieel voor een talent
Talentontwikkeling is een thema dat veel verenigingen bezighoudt. Hoe ga je om met getalenteerde kinderen en vanaf welke leeftijd ga je hierop selecteren? Maar ook voor ouders kan het lastig zijn als jouw kind veel talent heeft. Hoe ga je daarmee om? In deze Q&A geeft Bert Korteling, manager van Beachteam NL, antwoord op de meest gestelde vragen over dit thema. 

1. Hoe kun je als club een talent zo goed mogelijk begeleiden?

Voor spelers is het goed om op eigen en een uitdagend vaardigheidsniveau te laten trainen en spelen. Dit zet aan tot ontwikkeling en succesbeleving waardoor het talent aan zijn trekken komt. Een talent verschillende rollen laten spelen behoort daar ook toe; in het jeugdteam als aanvoerder en betere/beste van het team, maar ook bij een hoger team spelen als extra uitdaging. Hierdoor wordt ook voldoende wedstrijdervaring opgedaan. Bovenal is het voor het talent belangrijk dat hij/zij door een goede opleider/talentcoach wordt begeleid.

2. Hoe ga je om met ouders die een talent te veel pushen?

Het is goed om jaarlijks op de club een ouderbijeenkomst te organiseren. Hierin kan de rol van de ouders goed worden aangegeven en toegelicht. Te veel pushen is niet goed indien dit betekent dat een speler wordt gedwongen meer te doen dan hij/zij kan (vaardigheden) en wil (ambitie). Dat leidt veelal tot frustratie en zal de motivatie en ambitie van het talent niet ten goede komen. Een gesprek voeren met de ouders waarin mogelijkheden en verwachtingen goed op elkaar worden afgestemd, is dan nodig. Een reëel beeld van ouders van hun kind is belangrijk. Te veel pushen kan leiden tot gebrek aan zelfvertrouwen en zelfs uitval.

"Teveel pushen kan leiden tot uitval"

3. Wat doe je als ouder, als de club jouw kind te veel pusht?

Ga met elkaar om de tafel zitten. Bespreek de veronderstelde mogelijkheden en ambitie van de speler in relatie tot de begeleiding en het trainings- en wedstrijdniveau. Het is goed om daarbij de rollen van ouders en club helder te krijgen. Het kan namelijk ook zijn dat ouders het kind te veel willen beschermen. Een goede coach met een goed beeld van de mogelijkheden van het kind, ziet vooruitgang en wil dit graag met het kind bereiken. Maar als echt duidelijk is dat de club meer van het kind wil en verwacht dan dat hij/zij kan waarmaken, dan is het goed dat de ouders dit aangeven. Tenslotte zijn de ouders ook primair verantwoordelijk en hebben, als het goed is, het beste beeld (de meeste informatie) over het kind.

4. Op welke manier kun je het plezier erin houden? 

Een club heeft veel functies. Het is goed om de veelzijdigheid goed in het oog te houden. Een goede club kan eigenlijk niet zonder kantine als ontmoetingsplaats. En naast sporten, is het ook goed om andere dingen te organiseren. Leden kunnen hiermee altijd keuzes maken en dan is er voor elk wat wils. Ook voor de ouders die elkaar op de club kunnen ontmoeten en vriendschappen kunnen opbouwen. Het komt ook vaak voor dat ouders zelf actief worden op de club. Een bestuur dat oog houdt voor deze veelzijdigheid en dit naar de praktijk kan vertalen, zal veel tevreden leden behouden. 

5. Wat kun je doen als een kind niet gemotiveerd meer is maar wel veel talent heeft?

Duidelijk zal moeten worden wat de oorzaak is van de mindere motivatie. En dat is niet altijd makkelijk te achterhalen. Er kan nu eenmaal heel veel spelen in het kinderleven, zichtbaar maar vooral ook minder zichtbaar. Indien duidelijk is wat er scheelt, is het goed om de juiste betrokkenen in te schakelen. Is het probleem relevant voor de ouders (meestal wel) maar ook voor de coach of zelfs medespelers (denk aan de mogelijkheid van pesten)? In ieder geval zal de motivatie weer goed worden indien een talent (nieuw) perspectief krijgt. Spelen op eigen vaardigheidsniveau, goede individuele aandacht en succesbeleving zullen doorgaans leiden tot een tevreden en gemotiveerd talent. Hierbij is ook weer de juiste aandacht van de kant van de ouders van het grootste belang.

6. Hoe begeleid je een kind dat het net niet redt?

Het kan gebeuren dat een kind het wel of net niet redt. Succes en falen horen bij het leven en zijn leerzaam voor de ontwikkeling. Het net niet redden is dus niet per definitie slecht. De vraag is hoe het kind hiermee om gaat. Daarbij spelen de ouders en talentcoach een grote rol. Voor een kind dat zijn/haar best doet en het net niet redt maar het toch blijft proberen en hieraan plezier beleeft, is de volharding te bewonderen. Focus hier dus op in plaats van het weghalen van de uitdaging. Maar het net niet redden kan natuurlijk ook leiden tot frustratie. Een goede inschatting maken van de oplossing is hier van belang. Kan het kind een stapje extra zetten dan is de ultieme uitdaging van de coach hoe dit voor elkaar te krijgen. Heeft een kind echt de mogelijkheden niet, dan is het goed om hierin open en eerlijk te zijn naar het kind. Een stapje lager kan dan voor hernieuwde motivatie en beleving zorgen.

"Een stapje lager kan voor hernieuwde motivatie en beleving zorgen"

7. Hoe maak je je kind weerbaar tegen te hoge druk of kritiek?

Voor mij zijn er twee punten erg belangrijk voor ouders. Allereerst het besef dat druk en kritiek onlosmakelijk verbonden zijn met talent, hoge verwachtingen en topsport. Probeer druk en kritiek dus ook niet te ontkennen, maar accepteer dat het erbij hoort. Indien een talent goed in zijn of haar vel zit dan komt het wel goed. Straal wat dat betreft dus vertrouwen uit als ouder(s).  Daarmee komen we vanzelf bij het tweede punt, namelijk zelfvertrouwen.  Het vertrouwen in eigen kunnen heeft een grote en doorslaggevende factor bij alles, zowel in de sport als daarbuiten. Voor ouders is het dus essentieel om bij alles vertrouwen uit te stralen in de dingen waarin het kind goed meedoet.

Bij dit alles zijn kinderen natuurlijk verschillend. Bottomline is wel dat je weerbaar wordt door tegenslag te overwinnen. Dan is het voor ouders dus heel belangrijk om kinderen ook dingen te laten doen die buiten hun comfortzone liggen. Voor veel ouders is dit niet erg makkelijk. 

8. Hoeveel training kan een kind aan per leeftijd?

Hiervoor bestaan geen eenduidige schema’s. Veel is afhankelijk van het soort belasting, de eigenschappen van het kind en de ervaring met sport en bewegen. Kinderen kunnen al heel jong best veel aan. Denk hierbij aan turnen waarbij op een arbeidsextensieve manier talentvolle kinderen van 8 jaar oud al meer dan 20 uur per week trainen. Voor een contactsport waarbij kracht een grote rol speelt ligt het aantal uren veel lager. Rekening houdend met bovenstaande geven de volgende leeftijden en trainingsduur een richting: 6-8 jaar: 4 uren, 8-10 jaar: 6 uren, 10-12 jaar: 8 uren, 12-14 jaar: 10-12 uren, 14-16 jaar: 12-14 uren, 16-18 jaar: 14-18 uren, 18-20 jaar: 18-20 uren. Tenslotte: voor de algemeen motorische vaardigheden kan het buiten spelen in de leeftijd tot 12 jaar, veel meerwaarde hebben. Juist het ongeorganiseerd bewegen en sporten leidt tot extra creativiteit, weerbaarheid en fysieke mogelijkheden.

Voor meer info: De weg naar het podium, talentherkenning en -ontwikkeling in de Nederlandse topsport.

Uitgave van TeamNL, NOC*NSF, 2018