Inzicht 3. Individueel aandacht geven | 4 inzichten voor pubers

Iedereen heeft aandacht nodig. Of het nou een leerling in een klas, een werknemer bij een bedrijf, een kind thuis bij zijn ouders of kinderen op de sportclub. Voor het ervaren van plezier en het hebben van een gevoel van competentie, oftewel: het gevoel hebben dat ze iets kunnen. Is het belangrijk dat de sporters aandacht krijgen van jou als trainer. Maar hoe geef je nou de goede aandacht? En hoe sluit je aan bij wat je sporters nodig hebben? Dit zijn vragen die gemakkelijk te beantwoorden zijn, maar die soms lastiger zijn om zelf uit te voeren.

 

Als volwassenen behandelen

Ten eerste is het erg belangrijk om je sporters serieus te nemen. Doe echt iets met wat ze zeggen en benader ze op een “volwassen” manier. Als de sporters hier nog niet aan toe zijn moet je natuurlijk wel op een lager niveau praten, maar pubers willen graag volwassen behandeld worden. Neem je sporters serieus in de doelen die ze stellen (ook al ben je het misschien niet helemaal eens met wat ze willen). Bijsturen mag altijd, maar ook van fouten maken leren pubers erg veel. Ga in gesprek met de puber over de doelen die ze hebben en coach ze hier zo individueel mogelijk op. Dat dit lang niet altijd lukt in verband met grote groepen is heel erg logisch, maar probeer de begeleiding zo individueel mogelijk te doen. Op die manier help je de sporters zo goed mogelijk in hun ontwikkeling als persoon en als sporter. Belangrijk is ook dat de sporters van elkaar weten dat ze andere doelen hebben. Vergelijk ze dan ook niet teveel met anderen, maar vergelijk de prestaties van de sporters met hun eigen eerdere prestaties en geef goed aan waar op ze vooruit gaan, maar ook waar nog vooruitgang op geboekt kan worden.

Toon interesse

Toon interesse in de persoon. Probeer de sporter goed te leren kennen en praat ook over persoonlijke zaken. Dit heeft te maken met de vertrouwensband die opgebouwd en onderhouden moet worden. Vertrouwen krijg je niet, dit moet je verdienen. Zorg dat je er voor de sporters bent als ze je nodig hebben. Er gebeurd een hoop in het leven van pubers, zowel thuis, als op school als met vrienden. Sport is vaak een uitlaatklep voor problemen die ze elders ervaren. Accepteer dat het leven van pubers soms erg vol is en dat ze hier nog niet altijd goed mee kunnen omgaan, zeker omdat het vermogen tot plannen nog niet volledig ontwikkeld is. Door een vertrouwensband aan te gaan met je sporters kan je betere begeleiding bieden en durven je sporters ook naar je toe te komen als ze ergens een probleem mee hebben. Sporters moeten er van uit kunnen gaan dat je er voor ze bent, dat je eerlijk bent en dat ze je kunnen vertrouwen. Een goede band tussen trainer en sporter maar ook tussen de sporters onderling zorgt voor een fijne sfeer waarin de sporters zich goed kunnen ontwikkelen, maar zorgt daarnaast ook voor een vergrote motivatie om te sporten.

Je bent een opvoeder

Als trainer/coach ben je een opvoeder, gedraag je ook op die manier. Je hoeft niet alles voor de sporters op te lossen, maar wees een luisterend oor als dit nodig is. Stuur ze in de juiste richting als ze er niet uitkomen en probeer de dingen die ze zeggen te begrijpen. Dit zal niet altijd even gemakkelijk zijn want in deze leeftijd zijn niet alle dingen die pubers doen voor volwassenen even gemakkelijk te begrijpen. Bedenk echter dat achter al het gedrag dat je kunt zien een redenering zit, hoe onlogisch dit soms ook lijkt. Door interesse te tonen in wat ze doen, kan je achter deze redenen komen en ze complimenteren op hun goede oplossing voor een probleem. Of juist een beetje in de goede weg sturen als het niet goed dreigt te gaan.

Pas je aan

Sluit aan bij de gemoedstoestand van het moment. Omdat pubers door hormonale schommelingen erg wisselend kunnen zijn in hun emoties, is het van belang dat je goed let op hoe een puber op dat moment in zijn vel zit. Het is niet handig om een puber ergens op terecht te wijzen op het moment dat er net thuis ruzie is geweest. Pubers zullen persoonlijke dingen pas bespreken als ze je vertrouwen. Deze band is dus erg belangrijk. Op het moment dat ze je vertrouwen kan je de sporters namelijk coachen en de goede weg op helpen als ze dit graag willen. Maar een puber die niet goed in zijn vel zit zal je niet snel vertellen wat er aan de hand is op het moment dat er geen goede vertrouwensband is. Daarom is deze ook zo belangrijk. Als je je sporters goed kent kan je gemakkelijker aansluiten bij het moment en een puber op een gepaste manier benaderen.

Procesbegeleiding

Ga voor de procesbegeleiding. Pubers willen graag zelfstandig zijn, je hoeft ze echt niet alles voor te kauwen. Moedig ze aan om zelf over zaken na te denken. Dit kan zijn op technisch of tactisch vlak, maar kan ook op andere gebieden zoals het stellen van doelen of dingen die niets met de sport te maken hebben. Pubers zijn hardwired om zich af te zetten tegen volwassenen, zeker volwassenen die ze dingen opleggen. Ga daarom voor de procesbegeleiding. Voer gesprekken met de sporter en kom erachter wat zijn drive is om de sport te doen. Hier kan je later mee verder of op terugkomen! Begeleid de sporters in hun eigen ontwikkeling en maak ze hier ook medeverantwoordelijk voor. Als trainer sluit je aan bij wat de sporter wil bereiken, niet wat je zelf wilt bereiken. Je werkt voor de sporters en neemt ze hier in mee. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de sporters trainen omdat ze graag willen trainen, en niet omdat het een regel is. Natuurlijk moeten het geen stoorzenders worden in de training, maar hier zijn prima afspraken met ze over te maken. Pubers zien zelf ook prima in dat je op een training inzet moet tonen, zowel om zelf beter te worden als om anderen niet van het trainen of te houden. Ga het gesprek aan en leidt de pubers in de goede richting zonder zelf alle antwoorden te geven! Dit vergt wat geduld, maar uiteindelijk komen de pubers een heel eind, het zal je nog verbazen!

Praat!

Wat je bijvoorbeeld kunt doen is regelmatig gesprekken voeren met de sporters waarin je hun ontwikkeling bespreekt. Ga tijdens deze gesprekken vooral in op hoe een sporter bezig is en wat er gedaan kan worden om het beter te krijgen. Laat vooral de sporter praten en vul aan waar nodig. Daarnaast zijn dit ook mooie momenten om de sporters beter te leren kennen. Het is een stukje persoonlijke aandacht die iedere sporter nodig heeft om te kunnen groeien. Deze gesprekken hoeven niet heel groot of lang te zijn. Soms is een paar minuten al genoeg om tot fantastische inzichten te komen. Sommige sporters zullen het wat vaker nodig hebben dan anderen, maar elke sporter heeft aandacht nodig.