Het lukt niet! En nu?

Gerald Weltevreden

Het lukt niet! En nu?
Mentale weerbaarheid betekent dat je kind kan omgaan met tegenslagen en de bijbehorende emoties. Mentaal weerbare kinderen laten zich niet uit het veld slaan en blijven doelgericht als het tegenzit. Veel ouders willen dat hun kind mentaal weerbaar wordt, maar hoe zorg je daarvoor?

Omgaan met tegenslagen

Mentale weerbaarheid betekent in de eerste plaats dat je kind weet hoe ze kan omgaan met tegenslagen, dus als dingen niet zo gaan als ze zou willen (bijvoorbeeld een terugkerende blessure). Je kunt dan met je kind bespreken wat het probleem precies is en hoe ze daarmee om wil gaan. 

Doen, accepteren, klagen, vluchten...

Het beste is meestal om iets te doen aan de situatie; dat geeft je een gevoel van controle en leert je om te veranderen waar je last van hebt. Voorbeelden zijn: een petje opzetten als je last hebt van de zon of een teamgenoot aanspreken als hij niet meeverdedigt. Het is niet altijd mogelijk om iets te doen aan de situatie. Soms is accepteren daarom de beste optie, bijvoorbeeld als de scheidsrechter partijdig is. Misschien protesteer je eerst, maar als dat niet helpt is het handiger om het te accepteren zoals het is. Klagen is zelden de beste keuze, je komt dan vast te zitten in negativiteit zonder dat er iets verandert. Bijvoorbeeld bij de eerdergenoemde scheidsrechter. Daarover klagen leidt af en kost energie. Ook vluchten is meestal niet goed. Het geeft je het gevoel dat je machteloos bent en dat je niets kan doen om de situatie te veranderen. Toch zijn er situaties waarin vluchten wel de beste keuze is. Bijvoorbeeld als je kind in een groep zit waar onderling gepest wordt. Je kind kan dat een keer tegen de trainer zeggen, maar als het de groepscultuur is, dan is het beter om over te gaan naar een andere ploeg.

Rustig blijven als het niet zo gaat als je wilt

Het tweede onderdeel van mentale weerbaarheid is goed kunnen omgaan met je emoties. Dat wil zeggen dat je rustig blijft als het niet zo gaat als je wilt. Als je dat als ouder aan je kind wil leren, is er geen betere manier dan zelf een ontspannen voorbeeld te zijn. Stel je het volgende eens voor.

Op vakantie in Frankrijk stopt de auto ermee. Het hele gezin moet uitstappen en kijkt toe. Er komt rook onder de motorkap vandaan als Joanne’s vader die opendoet. Hij wacht even totdat de rook opgetrokken is, waarna hij zich voorover buigt en onderzoekt wat er aan de hand is. Dan komt hij naar hen toe en zegt: ‘jongens, ik weet niet precies wat het is. We zullen de wegenwacht moeten bellen. Het zal wel even duren, maar we zijn op vakantie, dus we hebben geen haast.’

Hoe anders is de reactie van Stephanie’s vader. Ook zijn gezin is gestrand op de Autoroute, waar zwarte rook uit de motor komt. 

Stephanie’s vader slaat zo hard op de auto dat het knalt. Iedereen schrikt en de kinderen houden hun hart vast. Stephanie’s vader is een fanatieke man. Hij kan heel driftig worden, net als nu. Hij vloekt en zweet en roept dat hij ervan baalt dat hij nu ein-de-lijk vakantie heeft en dat dit hem weer moet overkomen. Hij maakt boze armgebaren en kijkt omhoog. 

Wie van deze kinderen geef jij de grootste kans om zich te ontwikkelen tot een mentaal weerbare sporter? Wij zetten ons geld op Joanne. Veel trainers zeggen dan ook dat het een goed teken is als een ouder rustig kan blijven bij spanning. Meestal zijn de kinderen van zulke ouders ook emotioneel stabiel.

Bovendien is het niet de bedoeling dat de ouder degene is die een kind uit zijn comfort-zone haalt, dat is de taak van een trainer.

Werkt een harde aanpak?

Misschien denk je dat je een kind hard moet aanpakken als je wil dat hij mentaal weerbaar wordt. Dat is deels waar. Het is inderdaad zo dat mensen hun grenzen verleggen als je ze uit hun comfort zone haalt, bijvoorbeeld als je ze de hele nacht door een bos laat marcheren. Ze ontdekken dan dat ze meer konden dan ze dachten. Maar bij kinderen leidt afbeulen en de grond in boren niet vanzelf tot mentale weerbaarheid; je moet die ervaring ook met ze evalueren. Bespreek dan zowel de gevoelens (‘Dus je wilde weglopen toen jullie nóg langer door moesten gaan, maar je was bang dat de trainer boos zou worden.’) als hoe je kind gereageerd heeft. Bovendien is het niet de bedoeling dat de ouder degene is die een kind uit zijn comfort-zone haalt, dat is de taak van een trainer. Dan kun je als ouder een veilige haven blijven voor je kind.

 Gerald Weltevreden (1973) is docent Sportpsychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is verantwoordelijk voor het afstudeertraject Sport- en prestatiepsychologie. Sinds 2004 verzorgt hij, samen met Ivo Spanjersberg, het mentale programma van de KNLTB voor spelers, trainers en ouders.

Gerald Weltevreden schreef samen met Ivo Spanjersberg en Jeroen Otten het boek: ‘Slagen: tips voor tennisouders’, dat wordt uitgegeven door de KNLTB. Dit is het zevende artikel in de reeks van tien artikelen speciaal voor ouders van talentvolle kinderen, geïnspireerd op dit boek.

Gerald's List

  • Breng samen in kaart hoe je kind met tegenslagen om kan gaan.
  • Wees een ontspannen voorbeeld.
  • Vraag achteraf hoe je kind grensverleggende ervaringen beleefd heeft, zowel gevoel als gedrag.