Scheidsen is begeleiden
Fanneke Alkemade is hockey scheidsrechter op nationaal en internationaal niveau. Zo heeft zij afgelopen zomer in Rio de Janeiro op het Olympische hockeytoernooi gefloten. Voor haar is het behalen van het ultieme, haar droom.

Precies tien jaar geleden deed ze de opleiding tot bondsscheidsrechter en in 2010 is bij haar een zaadje geplant dat ze misschien ooit wel een Olympische Spelen zou kunnen fluiten.

Desondanks was het voor haar een grote verrassing en eer dat ze naar Rio mocht.  Fanneke vertelt wat Sportplezier voor haar betekent en welke rol verenigingen kunnen spelen in het begeleiden van jonge arbiters.

Als 15-jarig meisje stond Fanneke Alkemade voor het eerst met een fluit in haar handen. Hockeyers zijn verplicht om vanaf hun 16e levensjaar een scheidsrechterdiploma te halen. Zij worden dan opgeleid tot clubscheidsrechter. Zo ook Fanneke. Haar eerste ervaringen waren neutraal. Ze zag er niet tegen op, maar echt speciaal was het nou ook weer niet. Bij haar toenmalige club heeft ze vaak gefloten. “Als het goed gaat, dan word je ook voor andere teams gevraagd. Ik was geloof ik pas 17 of 18 jaar toen ik de Veteranen al floot.”

Wilde je altijd al bondsscheidsrechter worden dan?

“Nee. Toen ik een jaar of 18 of 19 was is het wel eens door mijn hoofd geschoten om de bondsopleiding te doen, maar er was niemand op de vereniging die dat stimuleerde of ondersteunde. Omdat het initiatief helemaal uit mezelf moest komen heb ik dat laten schieten. Ik ging studeren en er kwamen andere prioriteiten.”

Is de ondersteuning vanuit de vereniging belangrijk?

“Ja, ik heb dat als heel belangrijk ervaren. Tijdens mijn studie ben ik bij hockeyvereniging Leiden terecht gekomen. Daar speelde ik bij Dames 9 en floot ik als we als team fluitdienst hadden. Toen ik een jaar of 23 was werd ik gescout. Door goede begeleiding floot ik bij Leiden eigenlijk al snel alles wat los en vast zat en vroegen ze of ik daar niet meer mee wilde doen. Omdat er zoveel support vanuit de club kwam, ben ik de opleiding tot bondsscheidsrechter gaan doen. Dat is nu 10 jaar geleden, september 2006.”

Zat daar een bewust beleid achter?

“Nou, ik denk dat er inmiddels goed beleid achter zit. Toentertijd hebben 2 personen dat vuurtje in mij aangewakkerd en zij hebben mij geënthousiasmeerd. Zij waren op dat moment al bondsscheidsrechter. Dat hielp echt, mensen die in het traject zitten, kunnen goed uitleggen wat het inhoudt. Zij gaven aan dat ik het niveau aan zou kunnen. Maar een goed beleid is zeker van belang.”

Fanneke beschrijft dat ze geregeld op verenigingen komt waar weinig of geen ervaren (club- of bonds)scheidsrechters binnen de vereniging zijn of waar nog geen optimaal arbitragebeleid is. De wedstrijd- of scheidsrechterscommissaris kan zelfs terughoudend zijn, want ja “als hij nu de bondsopleiding gaat doen, dan ben ik hem straks kwijt voor de fluitbeurten die hij op zaterdag en zondag op zijn eigen cluppie doet.” Fanneke snapt de acute nood, want goede scheidsrechters zijn belangrijk voor een vereniging. Echter, je krijgt wel iemand terug die het arbitrage niveau binnen de vereniging naar een hoger niveau kan tillen en een volgende generatie kan opleiden. Het is als club echt belangrijk om hier goed aandacht aan te geven.

“Koester de mensen op de vereniging die het leuk vinden om scheidsrechter te zijn”

Welke tip zou je verenigingen mee willen geven?

“Koester de mensen op de vereniging die het leuk vinden om scheidsrechter te zijn. Als je op de vereniging bondsscheidsrechters of ervaren clubscheidsrechters hebt, vraag hen een stukje coaching en begeleiding te geven aan de enthousiastelingen. Ben je een kleine club en heb je het niet zelf in huis, sta dan in contact met grotere clubs in de buurt die jouw talentvolle scheidsrechters kunnen helpen in het opdoen van ervaring van fluiten op hoger niveau. Support de enthousiastelingen.” 

Wat betekent Sportplezier voor jou als scheidsrechter?

“Op het veld zet ik de kaders voor een wedstrijd. Dit probeer ik op een dusdanige wijze  te doen dat spelers kunnen excelleren. Spelers weten waar de grenzen zijn en binnen de grenzen mogen ze alles doen dat mag. Als dat lukt, dan ervaar ik Sportplezier. Je bent echt bezig met het begeleiden van de wedstrijd en niet met het bestraffen van spelers. De flow van de wedstrijd is ook belangrijk.  Ik ben vooral het spel aan het begeleiden. Dat wil zeggen dat ik niet voor elk klein dingetje fluit. Los het als spelers maar op. Als het dan lukt om een team of individu boven zichzelf uit te laten stijgen, dan is dat hartstikke leuk. Daar haal ik echt mijn plezier uit.”

Heb je een Sportplezier tip voor andere scheidsrechters?

“Ik wil daarin een onderscheid maken tussen clubscheidsrechters die moeten fluiten versus scheidsrechters die fluiten omdat ze het leuk vinden.”

“Allereerst scheidsrechters die het al leuk vinden om te fluiten; ongeacht het niveau waarop je actief bent, vind het leuk en blijf het leuk vinden! Zelfs op het allerhoogste niveau is het een hobby. Ik realiseer me heel goed dat als ik op het punt kom dat ik het niet meer leuk vind, ik stop. Soms zie ik scheidsrechters met een enorme ambitie en die ambitie zorgt er bijna voor dat het plezier naar de achtergrond verdwijnt. Zet het plezier voorop. Ik denk dat als je plezier en talent hebt en hard werkt, dat je zal klimmen en je naar een hoger niveau groeit. Dus mijn tip: blijf het leuk vinden.”

“Voor clubscheidsrechters die MOETEN fluiten is mijn tip: zorg dat je de basics goed op orde hebt. Als jij gewoon hard op je fluit blaast, goed een richting aangeeft en de regels kent, dan zul je merken dat je weinig negatieve reacties van spelers en coaches krijgt. Gewoon omdat ze vinden dat je goed staat te fluiten. Hopelijk leidt dit ertoe dat je als clubscheidsrechter misschien wel neutraal tegenover fluiten komt te staan in plaats van met tegenzin op het veld staat.  Met welke mindset je op het veld staat is namelijk belangrijk. Als je er met tegenzin staat, dan straal je dat uit. Als de basics (hard fluiten, goed wijzen, goede spelregelkennis) op orde zijn en je je best doet , dan ga je het fluiten op clubniveau wellicht ook echt leuk vinden.”